Beschrijving
[:nl]
Schrijf u hier in voor onze nieuwsbrieven.
Hendrik Conscienceplein 16-18
2000 Antwerpen, België
e: info (at) demian (dot) be
t.: +32 (0)3 233 32 48
Open van donderdag tot en met zaterdag van 10:30u tot 18:30u
& elke eerste zondag van de maand.
€150,00
Begin jaren zestig. 22:16,5 cm. Op ruitjespapier (verkleurd en met lijmsporen). 22:16,5 cm.
“Men beweert wel, dat de veelzijdige/ talenten (zoals Mulisch en De zeer leesbare Fabricius)/ Elke dag een paar uur in de kamer rondvlieg-/ gen, waarna ze trouw elk haar/ eigen kooitje weer opzoeken./ Alles niets bijzonders.”
Op voorraad
1955 Antwerpen, eigen beheer, 4p. 22:14 cm. Vouwblad.
Afzonderlijke druk van het manifest van het Muzeum voor Kleine Kurioziteiten, ook verschenen in Gard Sivik nummer 4 (december 1955).
1968 Brussel, Briefkaart met illustratie van De Heilige Drievuldigheid uit Claus’ beruchte toneelstuk Masscheroen, uitgegeven ter gelegenheid van ‘de Nederlandse Dagen’. Tweezijdig bedrukt. 10:15cm.
Aankondiging van een voordracht van ‘het alombekende Magic Trio’:
‘De Toekomst der Nederlandse Letterkunde is rooskleurig zolang zij geen kloten heeft.’
Originele stropdas die Remco Campert draagt op de iconische omslagfoto van de verhalenbundel ‘Hoe ik mijn verjaardag vierde’ (De Bezige Bij 1969).
De ‘flashy’ das heeft het label van ‘John Stephen, Carnaby Street’. Stephen was één van de belangrijkste mode-ontwerpers uit de ‘Swinging London’ periode, bekend van zijn flamboyante herenmode-accessoires met kleurige bloemmotieven. The Beatles en The Rolling Stones lieten zich ook al eens door hem kleden.
Camperts verjaardagsdas werd eind jaren zestig in de hippe Carnaby Street gekocht door zijn geliefde Deborah Wolf.
1987 Leuven, Behoud de Begeerte, 34:34 cm.
2012 Antwerpen [Demian] – 192p. 21:16 cm. gebonden. Illustraties in kleur.
René Franken van het Antwerpse Antiquariaat Demian verzamelt al twintig jaar opmerkelijke gedrukte en beschreven papiertjes, foto’s en ander verstrooid papier dat hij vindt in de door hem aangekochte boeken.
‘Verstrooid papier’ verscheen ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van Demian en bevat een selectie uit wat lezers in boeken achterlaten, met teksten van 91 schrijvers en kunstenaars die bij Demian over de vloer komen.
Antwerpen 3 maart 1973. Twee originele kleurendia’s, Quarter-size Minolta 16, door Freddy de Vree. Willem Frederik Hermans in de Antwerpse zoo. 5:5 cm.
Bijgevoegd: Twee kleurenfoto’s van de geprojecteerde dia’s. 13:9 cm.
Ex libris van de ouders van Jeroen Brouwers, ontworpen door de oudste zoon Leo. 9:7 cm. Geplakt op papier van iets groter formaat.
25 originele handgeschreven brieven (veelal in de originele enveloppen) en kaartjes aan Céline Cruyt (Gent 1861 – ….). 1908-1914. Grotendeels verstuurd uit Nederlandsch Indië en China. Bijgevoegd: reispas van ‘Mademoiselle Cruyt Céline’ (Profession: ‘Commerçante’) uit 1900 (helaas is de pasfoto verwijderd), en een originele foto van Borels zoontje Lodewijk (1905-1973) op zesjarige leeftijd, die later een bekend acteur werd en in Hollywood carrière zou maken.
“Mag ik U echter even opmerken, naar aanlei-/ ding van Uw schrijven, dat ik nergens in mijn/ werken heb gezegd, dat ik den daad der paring/ afschuwelijk vind, maar enkel dien daad uit/ wellust, zonder liefde?”
“dankbaar voel ik, dat ik U zoo veel moois/ heb kunnen doen voelen: ik ben in mijn eigen land, na/ een uitbundig mode-succes, dat mij evenzeer pijn deed/ en ergerde, op zeer ondankbare en oneerlijke manier/ behandeld door de jaloersche critici, omdat ik nooit/ mede wilde doen aan ’t afschuwelijke literaire zo/ glorie en clique leven, en hun zoo irriteerde door/ mijn streng volgehouden isolement. De hedendaag-/ sche literatoren, die hun heil zoeken in ‘woord-/ kunst’, en aan wien de fijne, geestelijke afzoo-/ ming vreemd blijft, haten en bekladden mij. Maar/ nu en dan, uit alle werelddeelen, een enkele/ keer, krijg ik zulke lieve, diepgevoelde, nobele/ brieven over mijn kunst (meestal, doch niet al-/ tijd van vrouwen), dat deze spontane goedheid/ mij alle haat en laster ruim vergoedt.”
“Voor de vlaamsche beweging/ voel ik zeer veel, maar de hef-/ tige strijd tegen fransch be-/ treur ik. Ook ’t fransch is een/ magnifieke taal. Maar de/ Vlamingen behooren in Gent/ een vlaamsche Hoogeschool/ te hebben.”
“Met de z.g. ‘beschaving’(!) en de touristen heb-/ ben alle westersche ondeugden hun entreé in/ Peking gedaan. Er zijn zelfs drie roulette banken/ en er zijn dure cocottes, en nog erger dingen./ De Chineezen hebben ’t al te pakken, en dikwijls/ komen prinsen en zeer hooge mandarijnen/ hier in dit luxe-hotel dineeren, net als europeesche bla-/ sé’s, en die houden er fransche of russische ‘vriendinnen’ op na!/ Goddank is er echter nog o’ zooveel van’t ander mooi/ over, maar daar schrijf ik U nu niet van, want dan/ doe ik dubbel werk, daar het toch alles in mijn boek/ komt, dat U later krijgt.”